MOTORENFABRIEK SAMOFA N.V. HARDERWIJK – HOLLAND
SAMOFA CLUB
Artikel voor Tagrijn.2000.0515.nr.2.blz.19_20.
Datum : 2000.0124.0339
SAMOFA “KLEIN IN OMVANG GROOT IN PRESTATIE”.
Alleen al het horen van het geluid doet menig gesprekken verstommen. En dan bedoel ik niet alleen het ritmisch geplof uit de uitlaat, maar het hoorbaar en voelbaar bewegen van de inwendige delen. De bewegingen zijn door het hele schip merkbaar en veroorzaken een plezierig week gevoel in de maagstreek. Wie het nog niet mocht hebben begrepen het gaat hier om een bijzondere dieselmotor, een SAMOFA. Een ouderwetse diesel van wereldklasse, ontworpen in 1950 en gebouwd tot 1980. Helaas geschiedenis, of toch niet!
Als scheepswerktuigkundige en schade-expert ben ik altijd al geïnteresseerd geweest in motoren, vooral oude typen en merken van weleer. Ook mijn lemmeraak LE41 heb ik altijd al willen uitrusten met een ‘bewegende’ voortstuwingsmotor. Op een gegeven moment hoorde ik van het merk SAMOFA en na het varen op de botter EB51, tijdens de Zuidwal Botterwedstrijden in 1996, was ik verkocht en dacht: ‘je zal maar zo’n motor hebben’. Toen ik wat later hoorde dat dit soort motoren als oud vuil op de stort terechtkwamen, heb ik het initiatief genomen tot het oprichten van de SAMOFA-club. In het blad van de Zuidwal botterwedstrijden te Spakenburg in mei 1998 werd een advertentie geplaatst met een oproep hieraan deel te nemen en alvast op krachttraining te gaan. De reacties waren veel belovend en menigeen betaalde het lidmaatschapgeld van f 5,=. Op 17 november 1998 is de vereniging SAMOFA-Club officieel opgericht met de vakkundige hulp van de in Kampen zo populaire notaris Roeland Heule. Aanvankelijk nog bedoeld als grap maar inmiddels uitgegroeid tot een bloeiende vereniging met circa 50 leden waaronder mannen en vrouwen met als eerste lid een vrouw. Toch wel bijzonder.
De SAMOFA-Club stelt zich ten doel het verzamelen, beheren, restaureren en gebruiken van SAMOFA dieselmotoren. Om dit doel te kunnen realiseren heeft de club de beschikking over een werkplaats in Spakenburg (achter café BU2). Tijdens de sleutelavonden op de dinsdag is het hier goed toeven. Ook de Elburgers – als groot SAMOFA-gebruiker – hebben een eigen werkplaats (met verwarming) op het terrein “Blekerswerf” aan de Oude Bleeksweg. De benodigde technische steun aan de leden van de SAMOFA-Club wordt geleverd door de ex SAMOFA-werknemer Wim van Rheenen. De vereniging beschikt inmiddels over een aantal motoren en behoorlijk wat reserve onderdelen, geschonken door onder andere D.E.T. uit Beuningen. De laatste aanwinst is een SAMOFA type 2-S-108 verkregen door schenking van Scheepswerf Padmos uit Stellendam.
De stuwende kracht achter SAMOFA was Jan Goedkoop. Toen hij in 1948 zijn functie als directeur bij de Kromhout Motoren Fabriek neerlegde was hij 70 jaar oud en wierp zich met grote energie op het organiseren van een nieuwe fabriek voor kleine dieselmotoren. Hij slaagde erin vier Nederlandse motorenfabrikanten voor zijn plannen te interesseren en wel Motorenfabriek Industrie, Bronsmotorenfabriek, Machinefabriek Bolnes en Kromhout Motorenfabriek. Motorenfabriek SAMOFA N.V. startte in 1950 aan de Boerhaavelaan te Harderwijk de fabricage van watergekoelde kleine dieselmotoren onder de naam SAMOFA HOLLAND. SAMOFA staat voor de afkorting SAmenwerkende MOtoren FAbrikanten. In 1971 startte de samenwerking met het Japanse bedrijf Mitsubishi hetgeen in 1980 uit eindelijk leidde tot een overgenomen door Mitsubishi. De naam veranderde in MHI SAMOFA Diesel B.V.
Na 1988 komt de naam SAMOFA niet meer in het logo voor.
De meest populaire SAMOFA dieselmotor is de watergekoelde S-108 in één en twee cilinder uitvoering. Het vermogen is respectievelijk 15 en 30 pk bij 1.500 omw/min. De fabricage van dit type motor heeft geduurd tot 1978. Binnen de vereniging Botterbehoud zijn de schepen EB1, EB24, BU12, BU59, BU101, BIW15 en LE41 uitgevoerd met een twee cilinder SAMOFA. Afhankelijk van de wens van de eigenaar zijn deze motoren voorzien van scheepskoppelingen met een overbrenging van 1:1 of 1:2. Voor de LE41 heb ik gekozen voor een koppeling van 1:1 en een kleine 2-blads schroef voor meer zeilplezier.
Er zijn mensen die deze motor aansluiten op een start-knop of ombouwen om elektrisch te kunnen starten. Ik vind dit ‘watjes-gedrag’. Als voorzitter van de SAMOFA-Club moet ik dit gedrag afkeuren. Zo’n motor dient aangeslingerd te worden want dan pas onderga je het ultieme gevoel dat bij deze motor hoort. Gewoon met twee handen en zweet op de kop. Vooral met wat kouder weer een inspanning om trots op te zijn. Je moet maar eens tijdens een botterdag of visserijdag om je heen kijken. Je pikt ze er zo uit de mensen met een SAMOFA.
‘De Slinger’ is de naam van het clubblad dat enkele keren per jaar uitkomt en waar allerlei wetenswaardigheden staan voor SAMOFA-vrienden en gelijkgestemden. En wat te denken van de Grote SAMOFA-dag op Hemelvaartsdag. Een inmiddels gewild festijn met varen, zeilen, luisteren, veel gebakken vis en een culturele inslag. De laatste keer is deze dag gepaard gegaan met een bezoek aan de Stoomdag in Almere.
De een cilinder 1-S-108 komt helaas (te)weinig voor. Mij zijn drie gevallen bekend te weten: de houten schokker HK59, een grachtenscheepje in Utrecht en de lier van de Scheepstimmerwerf Nieuwboer in Spakenburg. De BU2 is uitgerust met een vier cilinder SAMOFA van het type 4DQ50. Dit type motor kwam reeds tot stand in samenwerking met Mitsubishi.
Ik hoop en verwacht dat nog meer schepen binnen en buiten de vereniging Botterbehoud met een SAMOFA motor worden uitgerust. Het is een eenvoudige, betrouwbare en bedrijfszekere motor en de moeite waard. Kunt u zich voorstellen een botter of ander soort historisch visservaartuig met als bouwjaar 1900 en voorzien van een moderne motor met naaimachinegeluid en soms voorzien van een turbocompressor? Nou ik niet, maar ze zijn er toch wel.
Harry Ros